Schreef Louis Couperus over white privilege?

Onlangs las ik voor de derde keer in mijn leven De stille kracht van Louis Couperus. Op mijn middelbare school werd deze roman uitgelegd als een boek over oosterse mystiek, die wij westerlingen nooit zouden begrijpen. Nu, in 2016, lees ik het boek vanuit een ander perspectief. Is De stille kracht een roman over het fenomeen white privilege?

Cover De Stille Kracht

Het eerste dat opvalt aan De stille kracht is de stijl, de schoonheid van het Nederlands van Couperus. Die gebeeldhouwde zinnen, waarin werkelijk ieder woord schittert. Zou je nu nog zo schrijven? Nee, dat zie ik niet zo snel gebeuren. Maar je zou wel wensen dat je zo mooi kon schrijven. Deze tekst is in 2016 nog net zo sprankelend als in 1901. Van hoeveel Nederlandse romans van die leeftijd kun je dat zeggen?

Niet alleen stilistisch, ook inhoudelijk staat De stille kracht fier overeind in 2016. Het is een boek dat zich afspeelt in de voormalige kolonie Nederlands-Indië, het huidige Indonesië. We volgen resident Van Oudijck en zijn vrouw Leonie. In hun witgepleisterde villa in Laboewangi leiden ze een luxe leven. Maar op de achtergrond is er vaak ongemak. Van Oudijck voelt een stille kracht, een stille haat onder de inheemse bevolking ten aanzien van de Nederlandse kolonist. Een stille kracht die hij nooit zal overwinnen.

Op mijn middelbare school werd die stille kracht nog uitgelegd als oosterse mystiek. De mysterieuze Indiër die wij als nuchtere Hollander nooit zouden kunnen doorgronden. Nu zie ik het veel gepolariseerder, als haat. Niet eens zozeer blinde haat, maar haat die een reactie was op de agressie van de bezetter. Lezend met de blik van nu ontkom je er niet aan de vergelijking met onze verhouding tot vluchtelingen, tot IS, tot de Zwarte Piet-discussie.

De resident komt in conflict met de regent, een Indische lokale bestuurder. Couperus beschrijft genadeloos hun confrontatie: “De Regent boog. Hij was olijfbleek van stille geheimzinnige woede, die als een kratervuur in hem werkte. Zijn ogen, achter in Van Oudijcks rug, priemden met een mysterie van haat den Hollander toe, den minnen Hollander, den burgerman, den onreinen hond, den goddelozen christen, die niet had aan te roeren met enige voeling van zijn vuile ziel iets van hem, van zijn huis, van zijn vader, van zijn moeder, van hunne oer-heilige edelheid en adel… ook al hadden zij altijd gebogen onder den druk van wie sterker was…”

Karel Smouter omschrijft in De Correspondent het fenomeen white privilege als volgt: “White privilege is het idee dat u in uw alledaagse leven onzichtbare en grotendeels onbesproken voordelen geniet op basis van uw huidskleur, al zijn deze voordelen niet discriminatoir van aard. Uw voordelen zijn zo vanzelfsprekend dat het u nooit opvalt.”

Is dit nou hetzelfde sentiment als wat we aantreffen in De stille kracht? Niet precies, maar er zijn wel raakvlakken. Met de term white privilege wordt een situatie in de westerse wereld aangeduid, waar een samenleving is waarin blank en zwart in principe gelijk zouden moeten zijn. Dat is in Nederlands-Indië niet het geval. De Nederlander is de heerser, de Indiër is de onderliggende partij.

Toch is het een verwante situatie. Resident Van Oudijck vindt zichzelf serieus zeer respectvol in de omgang met Indische mensen. Ook al vindt hij hun positie vanzelfsprekend ondergeschikt. Hij vindt het zo vanzelfsprekend dat hij niet kan en wil inzien dat zijn houding niet leidt tot wederzijds begrip, maar tot haat die soms tot uiting komt, maar vaker verborgen blijft.

Couperus omschrijft de houding van Van Oudijck als volgt: “Wat hij nu wilde bereiken was een ideaal, een ideaal van Westerling in het Oosten, en van Westerling, die het Oosten zag, zoals hij het wilde zien en alleen zien kon.
En dat er krachten waren, die zich verzamelden tot eene kracht, die hem tegenwerkte, die spotte met zijn voorstelling, die lachte om zijn ideaal, en die des te sterker was naarmate zij dieper verborgen bleef – hij zou het nooit willen toegeven: zijn natuur was niet om ze te erkennen en zelfs hare klaarduidelijkste openbaring zou voor zijn ziel een raadsel zijn, en mythe blijven.”

Vergelijk Van Oudijck nu eens met Mark Rutte. Rutte die naar aanleiding van de terreurdaden in Parijs en Brussel zegt: “Het is een aanval op onze manier van leven. En wij zijn met meer.” Het Westen is verbaasd over deze blinde haat die vanuit het Midden-Oosten op ons wordt afgevuurd. Men had deze niet zien aankomen en ziet het nog te vaak als een duivelse kracht die geheel ten onrechte onze kant op komt. De bereidheid om zich echt te verdiepen in de achtergronden van waar deze haat vandaan komt is er bij veel politici niet.

De achtergrond van die haat zit ook in de strijd tussen arm en rijk. Mensen in de Westerse wereld vinden het vanzelfsprekend dat zij rijk zijn en mensen in de derde wereld arm. Ze zijn bereid deze ongelijkheid als een gegeven te accepteren. Eventueel zeggen ze dat ze het liever anders hadden gezien en dat het niets met discriminatie te maken heeft. Maar de meeste mensen zijn er niet heel actief mee bezig om iets aan deze situatie te veranderen.

Als de haat tot uitbarsting komt door middel van een terroristische aanslag spreekt Rutte verontwaardigd van een aanval op onze manier van leven. Waar die haat ten aanzien van onze manier van leven vandaan komt lijkt hem niet te interesseren. En als je het ziet als een strijd tussen arm en rijk, zijn wij helemaal niet met meer. Dan zijn zij met meer. Dan kunnen we eventueel nog het een en ander verwachten. En dan is de vraag welke houding het meest constructief is om erger te voorkomen. Vluchtelingen tegenhouden en laten verdrinken in de Middellandse Zee of serieus proberen om een brug te slaan.

De houding van Rutte ten aanzien van mensen uit het Midden-Oosten is vergelijkbaar met de houding van Van Oudijck ten aanzien van Indiërs. Met die bril kun je De stille kracht lezen en dan is het een roman die je keer op keer aan het denken zet. Over de koloniale tijd en over onze huidige problemen. Een roman uit 1900 die dat vermag is een grote roman. Geschreven in misschien wel het allermooiste Nederlands dat onze literatuur ooit heeft gekend.

Een gedachte over “Schreef Louis Couperus over white privilege?

  1. De Tover bestaat inderdaad uit een zwijgende emotionele intensiteit, een oer-impuls, die zo sterk is dat zij als het ware telepathisch doorwerkt en bij het slachtoffer angsten en hallucinaties te weeg kan brengen, wanneer zij van zwarte aard is, daarentegen staat de witte tover, de contemplatie, meditatie en het bidden bekend om haar zegenende werking voor zowel degene die ontvangt als geeft: het is deze strijd tussen ego en ziel die onze moderne tijd verscheurt en Willem van Zeeland juist doorziet.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s