DE BIENNALE VAN VENETIE, EEN WAKE UP CALL VOOR RADICALE DEKOLONISATIE

Afrika staat dit jaar centraal op de Architectuur Biënnale van Venetie. Al in de eerste zalen van het Arsenaal wordt op indringende wijze getoond dat het pijnlijke proces van dekolonisatie nog lang niet is voltooid. Als tegenhanger zijn de zalen in het Giardini een viering van de kracht van de hedendaagse Afrikaanse architectuur. In de landenpaviljoens blijkt kolonisatie ook een Europees probleem te zijn. Want hoe dekoloniseren we de bodem van de grootgrondbezitters? En hoe moet de stad Venetie zelf omgaan met kolonisatie door de bezoekers en de deelnemers van de Biënnale?

Meteen al in een van de eerste zalen van het Arsenaal worden we geconfronteerd met een open veld. Een open veld als ouverture van de Architectuur Biënnale, wat heeft dat te betekenen? Het blijkt te gaan om een plek in Zuid-Afrika waar in de 19e eeuw een moskee heeft gestaan, maar die moest wijken toen er een diamantmijn kwam. Met de diamantmijn kwamen de witte mensen en daarmee de segregatie. De zwarte mensen moesten hun plek verlaten en elders in een township gaan wonen. Nu komen er moslims terug om te bidden en te zingen, om de plek terug te claimen. Dat kan de kracht van architectuur zijn, ook als een gebouw er al anderhalve eeuw niet meer staat.

Het proces van dekolonisatie is nog lang niet voltooid, dat wordt op indringende wijze duidelijk gemaakt in de eerste zalen van het Arsenaal. Er wordt een educatieve film vertoond uit 1956 over Belgisch Congo, waarin vol trots wordt uitgelegd hoe de plaatselijke bevolking afscheid moet nemen van traditionele landbouwmethodes, om mee te draaien in de industriële productie van onder andere rubber en cacao. Met groot materieel worden bomen omgehakt om plaats te maken voor grootschalige intensieve landbouw waarvan de winsten volledig naar België gaan. “Voor de opkomst van olie was het zwarte lichaam de belangrijkste energiebron van de Europese economie,” vat hoofdcurator Lesley Lokko treffend samen.

Kleden aan de wand tonen taferelen van oude beschavingen in Brazilië. Onlangs is ontdekt dat zich langs de Amazone steden moeten hebben bevonden met een hoogwaardige beschaving. Die steden moeten zijn vernietigd door de Portugese kolonisten en dermate ingrijpend dat we tot voor kort niet eens meer wisten dat ze bestonden. In de Amazone zouden vooral primitieve indianenstammen leven, die soms zelfs niet eens weten dat er ook andere mensen op de wereld zijn. Het blijkt een vals frame en de geschiedenis hierover zou herschreven moeten worden.

Het herschrijven van geschiedenis is een onderwerp dat vaker terugkomt. Hoe kan Afrika een eigen architectuur ontwikkelen, aansluitend bij de eigen traditie, cultuur en identiteit als de westerse cultuur zo dwingend aanwezig is, ook in de architectuur? In de zalen van de Giardini zien we vooral een viering van de hedendaagse Afrikaanse architectuur. Francis Kere, de tot nu toe enige Afrikaanse winnaar van de Pritzker Prize, ook wel de Nobelprijs van de architectuur genoemd, laat hier met een installatie zien hoe de witte wanden van gebouwen in Afrika vaak dienen als canvas voor reclame, schilderingen of activistische slogans.

Er zijn beeldschone maquettes te zien van Adjaye Associated, zoals de kathedraal van Ghana en de Mbeki Library in Zuid-Afrika. Je ziet er het meest ambitieuze stedenbouwkundig project van Afrika nu, uit Ivoorkust, vergezeld van een aansprekend manifest.

Europa biedt Afrika hier op genereuze wijze een van haar meest prestigieuze culturele podia. Waarbij het extra schrijnend is dat de huidige, extreemrechtse regering van Italie niet bereid was aan alle deelnemende Afrikaanse architecten een visum te geven, uit vrees dat een deel van hen als vluchteling in Italie zou achterblijven, Die intenties van de Biënnale zijn te prijzen, maar dat neemt niet weg dat het economische verschil tussen Afrika en Europa nog altijd pijnlijk groot is.

Hoe dat komt wordt knap verbeeld in het fraaie, door Gerrit Rietveld ontworpen paviljoen van Nederland, een voormalige koloniale grootmacht bij uitstek. In een enorme, zeer gedetailleerde tekening laat kunstenaar Carlijn Kingma, in een soort Toren van Babel-achtige metafoor zien hoe ons geldstelsel functioneert. Water fungeert als metafoor. Boven stroomt het rijkelijk, Jeff Bezos dobbert er rond in zijn megajacht. Op allerlei manieren wordt het geld rondgepompt, maar steeds toch vooral weer terug naar boven. Carlijn Kingma heeft jaren van research aan dit project vooraf laten gaan en ze toont hier op overtuigende wijze aan dat het trickle down effect niet bestaat. Onderaan is weinig water, daar leeft men onder de armoedegrens, daar bevindt zich een groot deel van Afrika.

In de andere landenpaviljoens wordt duidelijk dat kolonisatie geen exclusief Afrikaans fenomeen is. In Europa wordt de grond in toenemende mate gekoloniseerd door het agrarische grootkapitaal. Dit wordt overtuigend aan de orde gesteld in het paviljoen van Spanje. Daar wordt gesproken van niets minder dan een chemische oorlog tegen de natuur, met de winsten van multinationals als Monsanto als inzet. Als je de grond bezit heb je dan het recht om de bodem te vernietigen?

In het paviljoen van Brazilië wordt nieuw licht geworpen op de iconische regeringsgebouwen van Oscar Niemeyer. Typisch Braziliaans modernisme? Zo wordt het tot nu toe wel gezien. Maar is het terecht? De oorspronkelijke bewoners werden uit dit gebied verdreven om plaats te maken voor de megalomane stad Brasilia. Dus typisch Braziliaans of eerder wit kolonialisme? Die frisse, nieuwe Braziliaanse stijl van Niemeyer, voelt ineens niet meer zo fris.

En zijn we zelf nog wel zo fris? Het paviljoen van Oostenrijk is gewijd aan de kolonisatie van de stad Venetië, door bezoekers en deelnemers van Biënnale. De footprint van dit evenement op de stad wordt ieder jaar groter. Er komen steeds meer side events, hotelkamers zijn onvindbaar en onbetaalbaar. Oostenrijk wilde zijn paviljoen dit jaar beschikbaar stellen aan de stad om hier het debat over te kunnen voeren. Die invulling werd door de organisatie van de Biënnale en de gemeente Venetië niet toegestaan. Dus nu is er alleen een tentoonstelling die dit adresseert, geen debat.

Dus het is een dubbele oproep, de paradox van Venetie,. Ga vooral niet naar de Architectuur Biënnale, ga niet naar Venetie, want de stad gaat nog eens aan het gewicht van de Biënnale ten onder. En tegelijkertijd, ga wel naar de Biënnale, want het is de ultieme traktatie, zoveel nieuwe perspectieven en inspiratie in deze monumentale stad, waar je op iedere straathoek en op ieder terras in gesprek raakt met kunst- en architectuurliefhebbers over hun ideeën en ervaringen. De Architcectuur Biënnale heeft een urgente boodschap aan de wereld over hoe we dekolonistaie verder vorm kunnen geven. Het is een boodschap die we niet mogen missen.

Plaats een reactie