Joost Zwagerman is dood en wat zullen we hem missen. Sinds eind jaren tachtig las ik met veel plezier zijn boeken. Ik tel er 18 in mijn boekenkast. De afgelopen dagen was er veel aandacht voor Joost als persoon en over zijn gecompliceerde relatie tot het thema zelfmoord. We lazen veel over Joost als tv-persoonlijkheid, als aanstekelijk enthousiaste kunstkenner in De Wereld Draait Door. Er mag van mij gerust nog veel meer aandacht zijn voor zijn boeken, want die verdienen het om nog lang gelezen te worden. Het viel me op dat verrassend veel mensen zijn werk niet of niet zo goed kennen. Daarom hierbij mijn tips: De vijf beste boeken van Joost Zwagerman, in chronologische volgorde. Plus twee bonustips.
1. GIMMICK!
Mijn eerste kennismaking met het werk van Joost Zwagerman. Ik kocht het in 1989 als 18-jarige meteen in eerste druk. Wie wil weten hoe de jaren tachtig voelden in Amsterdam, moet Gimmick! lezen. Het staat 26 jaar later nog steeds recht overeind als een classic in de Nederlandse literatuur. Geinspireerd door Amerikanen als Breat Easton Ellis (Less Tha Zero) en Jay McInerney (Bright Loights, Big City), maar tegelijk ook heel overtuigend een eigen stijl. De Gimmick! is duidelijk gemodelleerd naar de Amsterdamse discotheek de Roxy. Gimmick! begint als een vrolijke uitgaansroman, maar wordt steeds duisterder.
2. DE BUITENVROUW
Roman over een leraar aan een middelbare school in Hoorn die een buitenechtelijke verhouding krijgt met een Surinaamse collega. Achteraf gezien een boek dat zijn tijd ver vooruit was. Verschenen in 1994, het jaar dat in Nederland het paarse kabinet aantrad. In brede kring leefde nog de overtuiging dat de multiculturele samenleving iets goeds was en dat racisme in Nederland nauwelijks voorkwam.
3. DE NEDERLANDSE EN VLAAMSE LITERATUUR VANAF 1880 IN 250 VERHALEN
Joost Zwagerman was altijd gul in zijn enthousiasme voor andere schrijvers. En hij had er buitengewoon veel verstand van. Voor deze bloemlezing ploegde hij zich een weg door ruim honderd jaar Nederlandse literatuur. Het resultaat: Een bundel van wel twee vuisten dik met de beste korte verhalen die Nederland en Vlaanderen in de afgelopen 140 jaar hebben voortgebracht. In een prachtig omslag met het schilderij Het Wachten van Pyke Koch. Net als in een popsong, kun je in een kort verhaal een universum neerzetten met weinig woorden. Zwagerman toont ons prachtig werk van Nederlandse grootmeesters als FB Hotz, JMA Biesheuvel, Gerard Reve, Remco Campert en Willem Frederik Hermans. Een boek om een heel leven in de buurt houden.
4. TRANSITO
Het essay is een van de mooiste literaire genres. Niet het meest gelezen helaas en dat is jammer, want hierin steeg Zwagerman tot grote hoogte. Transito is zijn beste essaybundel. Hierin schrijft hij met veel enthousiasme over zijn favoriete Amerikaanse auteurs. Hij wijst je heel goed de weg in het werk van onder andere Philip Roth, JD Salinger, John Updike, Bret Easton Ellis en Saul Bellow. Wel benauwt het me soms dat hij zo’n studeerkamergeleerde is. In Transito beschrijft hij letterlijk de reis die hij zou willen maken langs bijzondere cultuurhistorische plekken in Amerika. Ik vraag me wel eens af waarom hij die reis nooit gemaakt heeft. Het had zijn essays nog levendiger kunnen maken. Overigens schrijft hij hier niet alleen over Amerikaanse schrijvers, maar ook over televisie, popmuziek, beeldende kunst en politiek. Joost Zwagerman deed van de jaren tachtig tot twee weken geleden als weinig anderen in Nederland verslag van zijn tijd, vanuit een breed en eigentijds cultuurhistorisch kader. Hij was in die jaren continu heel productief en aanwezig en het is een groot gemis dat zijn stem er ineens niet meer is.
5. DE NEDERLANDSE EN VLAAMSE LITERATUUR VANAF 1880 IN 200 ESSAYS
Zwagerman’s grote enthousiasme voor het werk van anderen toont hij niet alleen als het gaat om korte verhalen en beeldende kunst, maar hier ook in het genre waar hij zelf zo goed in was: het essay. Dit boek lijkt qua opzet erg op de hierboven vermelde bloemlezing met korte verhalen, maar het verdient toch een aparte vermelding. Zwagerman koos een bijzondere beperking bij het maken van zijn selectie: de essays gaan bijna allemaal over Nederland. Dat maakt dat een beeld krijgt van hoe de Nederlandse identiteit werd beleefd, van 1880 tot nu. Ik heb er een selectie van gelezen, niet alles, maar dat zou ik nog eens moeten doen. Dit boek was voor mij ook de kennismaking met enkele onvergetelijke essays, zoals Nederland’s Geesteskenmerk van Johan Huizinga, een treffend essay uit de jaren dertig waarin hij Nazi-Duitsland scherp omschrijft als een groot gevaar voor de beschaving, en De Nieuwe Revisor, de vernietigende aanklacht van Jeroen Brouwers over de Nederlandse literatuur van de jaren 70.
P.S. 1 PERFECT DAY
Joost Zwagerman schreef veel over popmuziek. Die teksten zijn in deze bundel Perfect Day verzameld. Zwagerman had een heel eigen kijk op popmuziek. Popmuziek volgens hem was niet geworteld in Elvis en de jaren vijftig, het draaide ook niet om The Beatles of om Radiohead. Zijn leidraad werd ook niet gevormd door zwarte muziek, James Brown, Ray Charles, soul en hiphop. Voor Joost Zwagerman was popmuziek een vorm van pop art. Je zou kunnen zeggen dat Andy Warhol voor hem The Godfather Of Rock ’N’ Roll was. Je ziet het aan de keuze van de artiesten waar hij veel over schreef: Prince, Madonna, Lou Reed, David Bowie. Je ziet het ook aan wat hij interessante aspecten vond aan hun werk. Het ging Zwagerman niet alleen om de muziek, maar minstens zo belangrijk was het uiterlijk, het image, het artwork en vooral de videoclips. Zwagerman’s opkomst als essayist vond plaats tijdens het videocliptijdperk van de jaren 80 en 90. Met zijn grote liefde voor beeldende kunst, was de videoclip het ideale expressiemiddel als vertrekpunt voor het schrijven over popmuziek. Samen met Atze de Vrieze schreef ik een uitgebreider stuk over Joost Zwagerman en de popmuziek op 3voor12 en dat lees je hier: http://3voor12.vpro.nl/nieuws/2015/september/Joost-Zwagerman-als-muziekschrijver-RIP.html.
P.S. 2 DE STILTE VAN HET LICHT
Joost Zwagerman pleegde zelfmoord, de dag voordat dit boek verscheen. Het bevat de stukken over beeldende kunst, zoals die de afgelopen jaren in de Volkskrant verschenen en bekend werden bij een breder publiek door de geliefde tv-versies bij De Wereld Draait Door. Ik ontkom er niet aan om bij de titel te denken aan voorbedachte rade en tegelijkertijd zijn er ook zo veel aanwijzingen dat daar geen sprake van was. Ik ontkom er niet aan om bij zijn uitgebreide aandacht voor Mark Rothko (ook in zijn Boekenweekgeschenk Duel heeft Rothko een belangrijke rol), het verband te leggen met zelfmoord. Ik ontkom er niet aan om in de opzet van de vier delen van het boek (Stilte, Schoonheid, Onbehagen, Verdwijnen) een teken te zien. Tegelijkertijd wil ik het niet, Joost primair zien als een zelfmoordenaar. Ik wil door zijn eigen ogen naar kunst kijken, meegesleept worden, gestimuleerd worden om naar musea te gaan, kunstboeken erbij te pakken. Ik ben nog maar net aan dit boek begonnen en zijn bevlogenheid gaat me vast weer grijpen, Maar daar doorheen dringt zich voortdurend de gedachte op dat deze bevlogen man er niet meer is. Maar ik zal nog vaak grijpen naar zijn boeken.